{"id":625,"date":"2015-07-19T19:36:04","date_gmt":"2015-07-19T17:36:04","guid":{"rendered":"http:\/\/www.caniilluminati.nl\/?p=625"},"modified":"2015-07-20T15:28:29","modified_gmt":"2015-07-20T13:28:29","slug":"the-wings-of-the-dove-een-spel-in-een-spel-in-een","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.caniilluminati.nl\/2015\/07\/19\/the-wings-of-the-dove-een-spel-in-een-spel-in-een\/","title":{"rendered":"The Wings of the Dove: een spel in een spel in een…"},"content":{"rendered":"
Kate (Helena Bonham Carter), een vogelverschrikker-verschijning, donkere ogen gezet in een bleek gezicht. Dagelijks knielt ze bij haar moeders graf, sopt haar zerk af. “Black suits you perfectly tonight.”, krijgt ze ‘s te horen. “The graveyard girl” uit een Burtoneske-vertelling. Maar dat terzijde. Nog net niet halverwege The Wings of the Dove<\/em> (1997) geeft Kate haar liefde vrij. Ze stuwt de man van wie ze houdt in de richting van een ander. Verloren in de beau monde, ter hand een kompas, maar met een naald als een kraaienpoot. De poppenkast eist z’n tol. Maar toch niet, of althans, n\u00f3g niet.<\/p>\n “There’s far too much going on behind these pretty lashes.”, spreekt Lord Mark uit, die excelleert in sterkedrank, en mij te slim af is. Kort door de bocht belichaamt de film geld in strijd met liefde, en ik zie een vrouw, Kate, verschrompelen in een open inrichting: haar tantes huis, voor de aanzienlijken – goed dat ze nu en dan buiten de poorten stapt om naar adem te happen, maar nooit zonder navraag van de bazige aunty Maude (Charlotte Rampling), het type sprookjesstiefmoeder, vermoeid door de tijd, met een gietijzeren hart. Alleen is Kate geen Assepoester.<\/p>\n <\/a>Ik doe dat vaak. Een film kijken zonder bekend te zijn met het uitgangspunt. Problematisch, soms. Het valt samen met de aanpak van scenarioschrijver Hossein Amini (o.a. Drive<\/em>) en regisseur Iain Softley (o.a. K-Pax<\/em>), die besloten de Kate uit het gelijknamige boek van Henry James minder bitchin’ door de eenzame feestjes te laten paraderen, en haar wat frivoler en met een rock ‘n roll-attitude de kunst van het beleefde praatje te laten verstaan. Al paffend steekt ze de draak met de klatergouden opsmuk, en ploft ze roekeloos het enkel-voor-mannen-hoekje van een boekenwinkel binnen, het paradijs voor de enthousiastelingen van de pornografische beeldroman. “Is this the foreign language section?” Een opgehokt stel geile jojo’s jaagt ze uiteen. Ondeugd, en dat wekt sympathie. <\/p>\n Londen, 1910, het straatbeeld gevuld met koetsen, de Victoriaanse gebouwen met studeerkamers en biljartlokalen, en de omheiningen, niet zozeer om mensen buiten de poorten te houden, als wel om ze niet te laten ontglippen. Kate verblijft bij haar gefortuneerde tante, een deal die Maude heeft gesloten met vader Lionel (Michael Gambon, minirolletje -> zonde), die er lustig op los chineest, en zodoende zijn geld keer op keer ziet vervliegen. Kate’s moeder is er niet meer als het verhaal aanvangt. Tante Maude biedt Kate onderkomen alsmede een amant in goeden doen; Lord Mark (Alex Jennings), een dronkaard die ontbijt (een borreltje of wat) op de kantelen van zijn megalandhuis, en gelijktijdig ‘s ochtends, als het al niet voorbij het middaguur is, van een te grote afstand met z’n shotgun konijnen tot wolkjes pluis probeert te knallen. Lord Mark ziet Kate zeker staan, maar interesseert zich meer in Milly (Alison Elliott), een krasse en roodharige schoonheid overgekomen uit Amerika, hemelrijk en een verweesde erfgename bovendien. Waardevol is de lelijke kuch waarmee ze rondloopt, vermoedelijk tuberculose, iets wat Lord Mark doet zinderen. “I need Milly’s money to keep my home.”, vertelt hij Kate. Informatie die niet vanzelfsprekend besteed is aan dovemansoren. Zij op haar beurt papt aan met de onderbetaalde dagbladschrijver Merton (Linus Roache), tersluiks, want de parvenu’s onthouden haar van vrije keuzes en, gevolglijk, een samenzijn met iemand van lagere komaf. <\/p>\n