Recensie: The Return of Doctor X
Humphrey Bogart als vampier/zombie met een wit konijntje op de arm. Wie wil dat nou niet zien? Ik in ieder geval wel. Bogie is gewoon een filmheld en hem zien schitteren in z’n enige horrorfilm moest er bij mij gewoon een keer van komen. The Return of Doctor X stamt uit 1939, vlak voordat hij echt doorbrak als grote ster met High Sierra en The Maltese Falcon. Ik zag recent de documentaire ‘Bacall on Bogart’ en daarin werd deze film kort genoemd en mijn geheugen opgefrist dat ik ‘m toch eens moest gaan zien. Aldus geschiedde..
Eerst even de synopsis in het kort. Een reporter bij een krant heeft een interview met een bekende actrice, maar treft haar dood in haar hotelkamer aan. De volgende dag verschijnt ze echter springlevend bij de krant, wordt onze reporter ontslagen en gaat hij op onderzoek uit wat er echt gebeurd is. Ik wil het uiteraard niet al te veel verklappen, maar het is een soort mix van een vampierverhaal, iets zombie-achtigs en Frankenstein. Het is een typische low budget film uit die tijd; vooral veel dialoog dus en eenvoudige sets.
Jaren ’30 horror is natuurlijk niet eng, maar moet het hebben van een combinatie van mysterie, sfeer en sterke personages om de tand des tijd te overleven. Dat doet deze film best redelijk, maar alleen het feit dat Bogart meedoet zorgt er denk ik voor dat de film niet allang vergeten is. De film is zeker niet slecht, maar ook geen hoogvlieger uit die tijd.
Op zich het verhaal best okee, zeker gezien de nieuwe beperkingen door de toen vrij recent ingevoerde productiecode. De ontwikkelingen volgen zich logisch en interessant genoeg op en door de lengte (een uurtje) gaat het niet vervelen. Wat het wel mist is echt overtuigende rollen. De rol van Dr. Flegg is wellicht de sterkste en wordt goed neergezet als slechte maar gedoemde villain. De hoofdrol van de reporter moet op sommige momenten voor comic relief zorgen, maar is eigenlijk niet zo bijster grappig. De twee dames in het stuk zijn bijrollen die prima ingevuld worden, maar er ook niet echt uitspringen. De andere dokter (Rhodes) ben ik al bijna weer vergeten.
Bogart tenslotte doet het zeker niet slecht als Marshall Quesne / Doctor X, maar is niet echt in z’n element. Het leek mij eerder een natuurlijke rol voor Boris Karloff (die schijnbaar ook in beeld was voor de rol). Het is vooral bijzonder om Bogart in lijkbleke make-up met een witte streep in z’n haar te zien. Bogart zelf was er zelf niet bijzonder trots op en blij mee naar het schijnt.
Cinematografisch is er niet heel veel bijzonders te melden vond ik zelf. Het is allemaal netjes volgens het boekje gedaan, niets op aan te merken, maar echt creatief en opvallend is het ook niet. Alleen het lab van Dr. Flegg springt er wellicht uit door een mooie set.
Tenzij je echt hardcore oude horrorfilm fan bent, is er eigenlijk maar één echte reden om deze film te kijken en dat is de curiositeit om Bogart in een voor hem zeer aparte rol te zien. Ik ben zelf nu met name benieuwd hoe de film eruit gezien zou hebben als Karloff de rol van Quesne had gespeeld, Basil Rathbone de rol van Dr. Flegg, Simone Simon (of Fay Wray) de rol van Joan Vance en de regie bij iemand als Jacques Tourneur had gelegen. Maar ja..